
“Overdreven zuinigheid in de EU brengt ons pensioen in gevaar”
Interview met Johan Barnard, Head International Public Affairs bij APG.
De nieuwe meerjarenbegroting geldt vanaf 2028, maar de Commissie komt nu al met haar plannen. Dit omdat de presentatie ervan traditioneel het startschot is voor twee jaar onderhandelen tussen de lidstaten. Ze willen allemaal zoveel mogelijk geld ontvangen en zo min mogelijk betalen.
De Europese Commissie wil voor de jaren 2028-2034 2.000 miljard euro ontvangen. Dat is fors meer dan de huidige meerjarenbegroting van ruim 1.200 miljard euro. Het hogere bedrag komt neer op 1,26 procent van het bruto nationaal inkomen van de EU, en is ongeveer 2,5 procent van de nationale begrotingen van de lidstaten samen (zie ook voetnoot onder het artikel), en is voor een belangrijk deel bedoeld voor nieuwe ambities op het gebied van onder meer defensie, klimaattransitie, innovatie en start- en scale-ups. Maar kijkt men ook naar de uitdagingen van vergrijzing en de vraag hoe je dan je pensioenstelsel overeind kunt houden?
Eerste en tweede pijler
“Pensioen is een onderwerp van de lidstaten en niet van de EU. De manier waarop lidstaten omgaan met pensioenen heeft vooral invloed op de nationale begroting.” Barnard doelt op het feit dat voor een reeks grotere lidstaten geldt dat binnen hun pensioenstelsel de eerste pijler, en daarmee financiering via een omslagstelsel, belangrijker is dan een collectieve, via de werkgever kapitaalgedekte tweede pijler of een individueel gespaarde derde pijler. “Wanneer de toenemende financieringslast te hoog wordt, kan de oudedagvoorziening in dergelijke lidstaten in gevaar komen”, legt Barnard uit.
[....]