
Twintig jaar strijd om Optas-pensioenfonds legt pijnpunten in toezicht bloot
De juridische kwestie rond het havenpensioenfonds Optas, die al sinds de jaren ’90 speelt, draait om de bestemming van een zogenoemd beklemd vermogen – kapitaal dat alleen voor pensioenen mocht worden gebruikt, maar waarvoor geen harde verplichtingen golden. In 1997 werd het oorspronkelijke fonds omgezet in OPTAS Pensioenen (II) NV. Na fusies en een overname in 2007 kwam een deel van dit vermogen uiteindelijk bij Aegon terecht. Deze overgang leidde tot politieke en maatschappelijke ophef, meerdere bemiddelingspogingen en langdurige rechtszaken.
Volgens de recente Kamerbrief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (bron: rijksoverheid.nl, juli 2025) werd tussen 2010 en 2015 in totaal 688 miljoen euro via schikkingen beschikbaar gesteld aan de pensioenen van de havenarbeiders. Desondanks oordeelden rechtbanken en de Hoge Raad dat Aegon juridisch eigenaar werd van het vermogen, en niet de voormalige deelnemers.
De affaire bracht ook tekortkomingen in toezicht en regelgeving aan het licht. De minister erkent dat toezichthouder DNB destijds handelde binnen het geldende juridische kader, maar inmiddels haar werkwijze heeft aangepast. Sinds 2014 toetst DNB vooraf of de belangen van deelnemers voldoende zijn gewaarborgd bij omzettingen van pensioenfondsen.
De Kamerbrief onderstreept dat de wetgever inmiddels extra beschermingen heeft ingebouwd en dat er geen aanleiding is voor nieuwe bemiddeling, gezien de eerdere schikkingen en definitieve rechterlijke uitspraken.
Bron Taxence. Deze samenvatting is opgesteld met behulp van AI, gecontroleerd door onze redactie.