
De AOW wordt helemaal niet onbetaalbaar
Ten behoeve van volledige transparantie meld ik dat ik sinds ruim een jaar een AOW-uitkering ontvang. Doordat ik enkele jaren in het buitenland heb gewerkt en toen geen premie in Nederland betaalde, krijg ik geen volledige AOW. Daar staat tegenover dat ik toen in Ierland werkte en daar AOW-rechten heb opgebouwd. Omdat de pensioenleeftijd in Ierland 66 is, krijg ik die gedeeltelijke Ierse AOW-uitkering al een jaar langer. Opgeteld is het ongeveer gelijk aan een volledige Nederlandse AOW-uitkering. Dat heeft Europa dan toch wel weer fijn geregeld, maar dat terzijde.
Terug naar het onderwerp: dreigt de AOW onbetaalbaar te worden omdat een steeds groter deel uit de algemene middelen wordt betaald? In mijn optiek is het antwoord op die vraag een stellig “nee”. De reden daarvoor is nogal simpel en duidelijk in beeld gebracht in het volgende grafiekje. Als percentage van het BBP schommelen de AOW-uitkeringen al drie decennia tussen vier en vijf procent. De financiële last voor onze economie is derhalve al minstens dertig jaar constant. En dat ondanks de vergrijzing en ondanks dat de koopkracht van de AOW min of meer is gegarandeerd door de koppeling aan het minimumloon. Doordat we steeds welvarender worden, kunnen we het ons veroorloven. De verhoging van de AOW-leeftijd heeft natuurlijk ook geholpen.